DE RELIËFS OP DE AKROPOLIS VAN FILIPPI (september 2024)

Op dit moment zijn er honderddrieënnegentig reliëfs bekend op de akropolis van Filippi. Op twee na worden deze reliëfs allemaal gedateerd eind tweede of begin derde eeuw van onze jaartelling; zie Collart/Ducrey, Philippes, 257; Koukouli/Karadedos, ΘΕΑΤΡΟ, 212. Twee reliëfs op de top van de akropolis zijn veel ouder en zij zijn niet relevant voor mijn onderzoek naar Filippi in de eerste eeuwen van onze jaartelling. De afmetingen van de reliëfs zijn verschillend, maar in het algemeen zijn ze ongeveer 40 centimeter hoog en ongeveer 35 centimeter breed. Meer dan negentig beelden Artemis/Diana af (beide namen van de bekende godin worden hier zonder onderscheid gebruikt) en meer dan veertig portretteren een onbekende vrouwenfiguur. De andere kunstwerken zijn nissen (12), inscripties (20) of reliëfs die een andere godheid of een bepaald object afbeelden.
Om het gemakkelijker te maken deze reliëfs te vinden en te bestuderen geeft ik een lijst met de coördinaten van de meeste reliëfs zodat iedereen die geïnteresseerd is die kan vinden. Ook heb ik een aantal foto’s toegevoegd van reliëfs die hier besproken worden en van reliëfs die lastig te vinden zijn. De lijst met die cooördinaten en ook de foto’s vindt u in respectievelijk APPENDIX 1 en APPENDIX 2. In dit artikel worden met name de reliëfs met de onbekende vrouwenfiguur besproken.

Meer dan een eeuw geleden publiceerde Picard de ongeveer honderdvijftig reliëfs die hem bekend waren, en hij gaf als zijn mening dat de vrouwenfiguur de Egyptische godin Isis moest voorstellen. Zijn argumenten om dat standpunt te ondersteunen waren de veronderstelde aanwezigheid van een sistrum op sommige reliëfs (Picard, Les Dieux, 176) en een reliëf dat Isis met haar zoon Harpocrates zou afbeelden (Picard, Les Dieux, 174). Deze argumenten zijn heel zwak. De reliëfs die de aanwezigheid van een sistrum zouden ondersteunen laten niet een sistrum zien maar een handspiegel. Op de akropolis zijn ook andere reliëfs met een handspiegel en er zijn twee reliëfs naast elkaar met zo’n spiegel, nummers 60 en 120 in de catalogus van Collart/Ducrey. Zie ook de tekening van deze twee reliëfs in Picard, Les dieux, blad V, tekening S, en zie mijn foto van CD120/060 in APPENDIX 2. De linker, nummer 120, is het reliëf met de vrouwenfiguur die Picard identificeerde als Isis en de rechter beeldt de godin Artemis af.. Het voorwerp links van het hoofd van de vrouwenfiguur is een handspiegel, niet een sistrum. Op het reliëf met Artemis zien we hetzelfde object rechts van het hoofd van Artemis. Het is merkwaardig dat Picard, Les dieux, 166-167 en blad V in zijn bespreking van deze reliëfs de handspiegel naast het hoofd van Artemis niet afbeeldt en evenmin vermeldt. Picard heeft dit reliëf wellicht in de vroege morgen gezien, als die handspiegel niet duidelijk zichtbaar is omdat de schaduw er dan nog overheen valt. Dat is ook het geval bij de afbeelding in de catalogus van Collart-Ducrey, hoewel zij de handspiegel naast het hoofd van Artemis wel noemen. Voor een afbeelding van een sistrum, gevonden op het nabij gelegen eiland Thasos, zie bijvoorbeeld Dunand II, blad XX.2. Foto’s van munten die Isis met een sistrum afbeelden, kan men zien in Dunand III, bladen XXI-XXIII. Picard’s tweede argument is ook niet sterk. Hij meent dat één reliëf (nummer 100 in de latere catalogus van Collart/Ducrey) Isis met Harpocrates afbeeldt: ‘L’existence de l’enfant Hor-Harpocrate, quoiqu’il soit figuré presque informe, n’est pas douteuse’ (Picard, Les Dieux, 174). Maar op de afbeelding van dit reliëf kan men geen kind ontdekken, laat staan Harpocrates. Zie mijn foto van CD100 in APPENDIX 2.

In 1937 publiceerde Paul Collart een zeer belangrijke en befaamde studie over Filippi en hij accepteerde de stelling van Picard met betrekking tot de identificatie van Isis op die reliëfs, eigenlijk zonder enige discussie: ‘c’est bien Isis que montrent les plus nets [reliefs; EV], décrits et identifiés par Ch. Picard’ (Collart, Philippes, 448). Wat betreft Harpocrates is Collart voorzichtiger: ‘Il semble bien que dans un cas isolé, la déesse portait dans ses bras l’enfant Hor-Harpocrate (κουροτρόφος)’ (Collart, Philippes 448).

Het duurde enkele decennia voordat de discussie werd voortgezet. In 1973 publiceerde F. Dunand drie delen over de cultus van Isis; de cultus van Isis in Griekenland komt ter sprake in het tweede deel. Dunand heeft kennelijk twijfels gehad over de interpretatie van de vrouwenfiguren op de akropolis van Filippi als Isis, want hij spreekt over ‘la série de reliefs rupestres où elle [Isis, EV] figure sous une forme, à vrai dire, à peine reconnaissable’ (Dunand, Culte d’Isis, 196).

Samenwerking tussen Paul Collart en Pierre Ducrey leidde ertoe dat zij in 1975 een studie publiceerden over de 187 reliëfs die zij toen kenden. Zij voegden ook foto’s toe van alle reliëfs behalve van nummer CD079 (alleen een tekening) en van nummer CD169 dat zij verloren waanden. Ongeveer dertig inscripties en nissen zijn opgenomen in deze catalogus van 187 kunstwerken. Zij bespreken de vrouwenfiguren als een aparte groep (Collart/Ducrey, Philippes, 228-237). De meeste vrouwenfiguren kijken recht vooruit. In veertien reliëfs zijn verschillende objecten zichtbaar zoals een handspiegel, een kam, schoenen, een tas, voorwerpen die bedoeld zijn voor bij het spinnen en voorwerpen die niet geïdentificeerd kunnen worden. Deze studie van Collart en Ducrey was een geweldige stap vooruit met name vanwege de bespreking van alle reliëfs en vanwege de foto’s. In dit boek distantiëren Collart/Ducrey zich van Picard’s standpunt, hoewel Collart dat standpunt bijna veertig jaar eerder zonder meer had overgenomen. Zij stellen dat reliëf nummer 100 behoort tot de andere reliëfs met ‘figures féminines’, ‘quoi qu’on en ait dit’. In een noot noemen zij dan het artikel van Picard en het boek van Collart (Collart/Ducrey, Philippes, 228). Enkele bladzijden verder stellen zij de vraag hoe die vrouwenfiguren geïnterpreteerd moeten worden. Meteen aan het begin van die paragraaf wordt gezegd: ‘Avant de proposer et de discuter notre interprétation, nous soulignerons que rien, dans ce qui précède, ne vient appuyer les hypothèses émises antérieurement’ (Collart/Ducrey, Philippes, 233). Zij concluderen dan met betrekking tot deze vrouwenfiguren dat ‘elles sont des mortelles, dédicantes ou peut-être prêtresses en certains cas’ (Collart/Ducrey, Philippes, 235). Ze ontkennen dus dat die vrouwenfiguren welke godin ook zouden representeren.

Enkele jaren later, in 1981, publiceerde Robert Wild een studie over de rol van water in de cultus van Isis. Hij noemt niet de eerdere studie van Collart/Ducrey. Hij interpreteert de vrouwenfiguren als Isis en lijkt zijn mening te baseren op het artikel van Picard. Hij bespreekt reliëf nummer 120 in de catalogus van Collart/Ducrey, stelt dat we een sistrum kunnen zien naast het hoofd van die vrouwenfiguur en hij noemt als argument ‘the proximity of the relief to the sanctuary’ [van Isis, EV]; zie Wild, Water, 107 en 239 (noot 37). Die afstand is ongeveer 200 meter. Andere reliëfs met vrouwenfiguren zijn veel dichter bij het heiligdom van Isis.

In 1995 publiceerde Valerie Abrahamsen een boek over de godsdienstige uitingen op de akropolis van Filippi. Zij bespreekt met name de deelname van vrouwen aan de godsdiensten die op de akropolis vertegenwoordigd waren. Hoofdstuk 4 in haar boek is gewijd aan ‘The Function of the Rock Reliefs’. (Abrahamsen, Women, 53-68; zie ook bladzij 25-32 in haar boek). Abrahamsen redeneert deels in overeenstemming met Collart/Ducrey en stelt dat de vrouwenfiguren niet moeten worden geïnterpreteerd als Isis, maar dat zij priesteressen van en/of toegewijden aan Diana zullen zijn (Abrahamsen, Women, 32).

In 2008 publiceerden Koukouli en Karadedos een artikel over reliëfs op de akropolis van Filippi. Dit artikel is belangrijk met name omdat zij zes reliëfs bespraken die niet eerder bekend waren. Deze reliëfs werden pal boven het thater gevonden. Koukouli en Karadedos gaven deze nieuw ontdekte reliëfs de nummers I-VI (Koukouli/Karadedos, ΘΕΑΤΡΟ, 205-208). Ik zal dezelfde nummers gebruiken (KKI-KKVI) in dit artikel en ook in de lijst met de coördinaten in APPENDIX 1. Na een inleiding over het theater en over de archeologische activiteiten daar bespreken zij deze reliëfs. Op nummer II is Artemis afgebeeld, op nummer IV  is niets te zien dan een lege ruimte. Nummers V en VI verschillen niet wezenlijk van de andere reliëfs met een vrouwenfiguur, maar de nummers I en III vallen op. Op allebei zien we een vrouw met een kind. Het kind op reliëf III is duidelijk een baby. Vermoedelijk zit de vrouw. De omtrek van haar knieën kan vermoed worden en de verhoudingen van haar lichaam zijn niet die van een staande vrouw. Als zij zou staan zou haar arm tot onder haar knie reiken; maar zie Koukouli/Karadedos, ΤΗΕΑΤΡΟ, 209: όρθια, rechtop staand. De vrouw is wellicht de baby aan het voeden. Het kind op reliëf I is wat groter en het zit op de arm van de vrouw. Reliëf III is heel goed bewaard gebleven en we kunnen duidelijk de objecten onderscheiden die naast de vrouw met de baby zijn afgebeeld; rechts van haar zien we van boven naar beneden een handspiegel en een kam, een tas, een paar schoenen en een mand met spinstokken. Zie mijn foto van KKIII in APPENDIX 2.

Opnieuw wordt de vraag gesteld wie op deze reliëfs wordt geportretteerd. Wie is deze vrouwenfiguur? Met name de twee reliëfs met een vrouw en een kind hebben tot nieuwe antwoorden geleid. Een desbetreffende paragraaf heeft de suggestieve titel: ‘ΑΡΤΕΜΙΣ ΚΟΥΡΟΤΡΟΦΟΣ’ met een vraagteken (Artemis die voor kleine kinderen zorgt?); zie Koukouli/Karadedos, ΘΕΑΤΡΟ, 219. Zij bespreken de standpunten van  Collart/Ducrey en van Abrahamsen, maar zij wijzen hun interpretatie van de vrouwenfiguren als priesteres of als aanhangster van Diana af. In dat opzicht stem ik in met de mening Koukouli/Karadedos.

Argumenten om de interpretatie van de vrouwenfiguren als priesteressen of aanhangsters van Diana af te wijzen zijn:

  1. De reliëfs met deze vrouwenfiguren zijn niet steeds kleiner dan de reliëfs met Diana, wat we eigenlijk wel zouden verwachten als Diana was afgebeeld met haar aanhangsters. Soms zijn de vrouwenfiguren zelfs groter. De reliëfs 73 en 103 van respectievelijk Diana en een vrouwenfiguur zijn met elkaar verbonden en de vrouwenfiguur is groter dan Dians (zie mijn foto van CD103-073 in APPENDIX 2). Verbazingwekknd zijn de reliëfs 57 en 132 in de catalogus van Collart/Ducrey waar Diana en de vrouwenfiguur binnen dezelfde omlijsting zijn afgebeeld. Zie Koukouli/Karadedos, ΘΕΑΤΡΟ, 221 en zie mijn foto van CD057-132-164 in APPENDIX 2.
  2. Twee groepen met deze vrouwenfiguren bevinden zich naast elkaar (nummers 107, 109, 129, 134 en nummers 102, 110, 111, 126, 127, 128). In de eerste groep bevinden zich ook nog drie nissen. De afstand tussen het meest westelijke reliëf, nummer 129 en het meest oostelijke, nummer 111 is 15 meter. Er is geen enkel reliëf met Diana in dat gebied. Bovendien zijn er elders tamelijk geïsoleerde reliëfs met een dergelijke vrouwenfiguur: 100, 104, 113, 121, 122, 124 en KKI, KKIII, KKV en KKVI. Dus minstens 20 van de in totaal 43 reliëfs met een vrouwenfiguur hebben geen enkele connectie met Diana (cf. Koukouli/Karadedos, ΘΕΑΤΡΟ, 221).
  3. Reliëf nummer 8 met Diana is verbonden met een inscriptie waarop te lezen is dat Rutilius Maximus dit reliëf wijdde aan Diana. Op 50 centimeter afstand is een reliëf met een vrouwenfiguur (nummer 98 in de catalogus van Collart/Ducrey). Het is wel zeer onwaarschijnlijk dat deze vrouw een aanhangster of een priesteres van Diana zou zijn naast Rutilius Maximus. In ieder geval heeft niet zij dit reliëf aan Diana gewijd.
  4. Zeer boeiend is reliëf nummer 135 uit de catalogus van Collart/Ducrey. Op dit reliëf zien we een vrouwenfiguur die veel weg heeft van de andere vrouwenfiguren op de akropolis. In de inscriptie onder het reliëf wordt gezegd dat Aelia Atena dit gemaakt heeft op grond van een gelofte. Het zou heel vreemd zijn en uitzonderlijk als Aelia Atena zichzelf hier had afgebeeld en dat de inscriptie te maken zou hebben met de beide reliëfs van Artemis (CD015-016) op een afstand van respectievelijk 30 en 80 centimeter; maar zie voor een dergelijke interpretatie Abrahamsen, Women, 30. Zie de foto van CD135-015-016 in APPENDIX 2.
  5. Vrouwelijke aanhangsters van Diana zouden zichzelf bekend gemaakt hebben als vrouwen die een reliëf of een inscriptie aan Diana wilden wijden, zoals Rutilius Maximus deed (nummer 8) en verschillende anderen ook deden.
  6. Waarom zouden vrouwen, aanhangsters of priesteressen zichzelf hebben afgebeeld op de akropolis? Wat kan de functie geweest zijn van die reliëfs als vrouwen, allen min of meer gelijk, afgebeeld werden zonder een naam erbij?

Ik kom tot de conclusie, evenals eerder Koukouli en Karadedos, dat de reliëfs met een vrouwenfiguur op de akropolis van Filippi een godin verbeelden en niet een sterfelijk menselijk wezen. Maar dit is slechts een deel van het antwoord op de vraag wie is afgebeeld. Zoals ik eerder al zei, werd vroeger wel verdedigd dat Isis werd afgebeeld op deze reliëfs, maar ik ken geen overtuigend argument voor die identificatie. Koukouli en Karadedos stellen dezelfde vraag en zij menen dat de άμεση γειτνίαση, onmiddelijke nabijheid με αυτά της Άρτεμης-κυνηγού, van de reliëfs van Artemis, godin van de jacht, moet leiden tot de identificatie van deze vrouwen als Artemis (Koukouli/Karadedos, ΘΕΑΤΡΟ, 222). Deze redenering is merkwaardig omdat zij één bladzij eerder spreken over het feit dat die reliëfs onafhankelijk zijn van Artemis. Het is weinig logisch één bladzij later te betogen  dat de nabijheid van deze reliëfs tot reliëfs van Artemis een argument zou zijn voor de interpretatie van deze vrouwenfiguur als Artemis. Bovendien, het is gewoon niet waar. Zoals ik hierboven betoogde, punt 2, hebben twintig reliëfs met zo’n vrouwenfiguur zeker geen connectie met met een reliëf dat Artemis afbeeldt. En de reliëfs met een vrouwenfiguur die wel verbonden zijn met Artemis, met minder dan één centimeter ertussen zijn alleen CD103, CD119, CD120 en CD132. Maar Koukouli en Karadedos gaan zelfs nog verder. Op grond van de reliëfs KKI en KKIII, de twee reliëfs die een vrouwenfiguur afbeelden met een kind, betogen zij dat alle drieënveertig reliëfs met een vrouwenfiguur geïnterpreteerd moeten worden als Artemis kourotrophos (die voor kleine kinderen zorgt). Ook hiermee stem ik niet in. Ik zie geen enkel argument om deze vrouwenfiguur te interpreteren als Artemis kourotrophos. Natuurlijk is het waar dat Artemis soms ‘kourotrophos’ wordt genoemd, evenals sommige andere godinnen. Slechts enkele beelden zijn bekend van Artemis kourotrophos (zie Reeder, Pandora, 312-314; Choremi-Spetsieri, Mouseio, 66). Het bestaan van die beelden is geen argument om deze vrouwenfiguren te identificeren als Artemis kourotrophos. Er zijn ongeveer negentig reliëfs op de akropolis gemaakt die Artemis afbeelden als de godin van de jacht, soms met haar naam in de toegevoegde inscripties. Zij is dan voorzien van een boog, een lans of een speer, en vaak met een hert en met een hond. Het is onwaarschijnlijk dat een ander aspect van Artemis zou worden aangeduid zonder één duidelijk attribuut en zonder een naam.
Ik concludeer dat ik tot nu toe geen enkele reden zie waarom deze vrouwenfiguren geïnterpreteerd kunnen worden als Artemis kourotrophos. Wie zijn die vrouwenfiguren dan wel? Zij zouden een lokale godin kunnen representeren. Maar dat is niet meer dan een suggestie. In ieder geval kan het niet gaan om een sterfelijk wezen.

BIBLIOGRAFIE

Abrahamsen, V.A., Women and Worship. Diana/Artemis And Other Cults In The Early Christian Era, Portland, Me 1995.

Choremi-Spetsieri, A. (ed.), Mouseio Paulou kai Alexandrou Kanellopoulou, Athens 2006

Collart, P., Philippes, ville de Macédoine depuis ses origines jusqu’`a la fin de l’époque romaine. Texte, Paris 1937.

Collart, P./Ducrey, P., Philippes I. Les reliefs rupestres, Bulletin de Correspondance Hellénique, Supplément II, Athènes 1975.

Dunand, F., Le culte d’Isis dans le bassin oriental de la méditerranée II. Le culte d’Isis en Grèce (EPRO 26), Leiden 1973.

Dunand, F., Le culte d’Isis dans le bassin oriental de la méditerranée III. Le culte d’Ísis en Asie Mineure. Clergé et rituel des sanctuaires Isiaques (EPRO 26), Leiden 1973.

Koukouli-Chrysanthaki C., Karadedos G., ΘΕΑΤΡΟ ΦΙΛΙΠΠΩΝ. ΝΕΑ ΕΥΡΗΜΑΤΑ ΣΤΑ ΑΝΑΓΛΥΦΑ ΤΩΝ ΒΡΑΧΩΝ, in: D. Zapheiropoulou (ed.), TΟΜΟΣ ΣΤΗ ΜΝΗΜΗ ΑΛΚΜΗΝΗΣ ΣΤΑΥΡΙΔΗ. Amicitiae Gratia, Athens 2008, 203-226.

Picard, C., Les dieux de la colonie de Philippes vers le Ier siècle de notre ère d’après les ex-voto rupestres, RHR 43 (1922) 117-201 and Plates I-VI.

Pilhofer, P., Philippi I. Die erste christliche Gemeinde Europas, Tübingen 1995.

Pilhofer, P., Philippi II. Katalog der Inchriften von Philippi, 2. Auflage , Tübingen 2009.

Reeder, E.D. (ed.), Pandora. Women in Classical Greece, Baltimore/Princeton 1995.

Verhoef, E, Philippi: How Christianity Began in Europe. The Epistle to the Philippians and the Excavations at Philippi, London et al. 2013.

Wild, R.A., Water in the Cultic Worship of Isis and Sarapis (EPRO 87), Leiden 1981.

 

APPENDIX 1: LOCATIES VAN DE RELIËFS OP DE AKROPOLIS VAN FILIPPI

Hieronder vindt u een lijst van de coördinaten van de meeste reliëfs en inscripties die gevonden kunnen worden op de akropolis van Filippi. Deze lijst zal het zoeken naar reliëfs en van inscripties op de akropolis aanzienlijk vergemakkelijken. De nummers die voorafgegaan worden door de letters CD zijn de nummers die gebruikt worden door Collart en Ducrey in: P. Collart, P. Ducrey, Philippes I, Les reliefs rupestres, Bulletin de Correspondance Hellénique, Supplement II, École Française d’ Athènes: 1975. Dertien van de reliëfs die daar genoemd worden zijn zoek.

Karadedos en Koukouli publiceerden veel later zes tot dan onbekende reliëfs: C. Koukouli, G. Karadedos, Theatro Filippōn. Nea Eurēmata sta Anaglypha tōn Brachōn, in N. Zapheiropoulou (ed.), Amicitiae Gratia: Tomos stē mnēmē Alkmēnēs Stauridē, Athens, Hypourgeio Politismou. Dēmosieumata Archaiologikou deltiou, 2008, 203-226. Voor de reliëfs die zij publiceerden gebruik ik de letters KK gevolgd door de Romeinse cijfers I-VI, dus: KKI, KKII enzovoort.

De nummers die voorafgegaan worden door een P verwijzen naar de bespreking van de desbetreffende inscripties in P. Pilhofer, Philippi Band II, Katalog der Inschriften von Philippi, 2. Auflage, Tübingen: Mohr Siebeck, 2009.

Er zijn twee voor de hand liggende mogelijkheden om de akropolis op te gaan; de eerste is in het westen nog voor het dorp Lydia, daar waar de weg naar het museum begint. Men is dan al heel dichtbij CD090-91. De andere goede mogelijkheid is vanaf het grote parkeerterrein bij de hoofdingang in Krinides. Men blijft dan buiten het hek van het opgravingsgebied, gaat meteen omhoog en kan al gauw CD100 op een rotswand zien. De gemakkelijkste weg de akropolis op begint bij het museum, maar dat pad is met de aanleg van het nieuwe hek (2022-2023) afgesloten. Overigens zijn er nog meer mogelijkheden om de akropolis op te gaan, maar die zijn minder comfortabel. De twee bovengenoemde mogelijkheden zijn handig voor de reliëfs en inscripties die buiten het omheinde opgravingsgebied liggen. De nummers CD009-010-131-165 en CD107-109-129-134-176-177-178 en 102-110-111-126-127-128 en KKI-KKII-KKIII-KKIV-KKV-KKVI  bevinden zich als  groepen binnen het hek van het opgravingsgebied, allemaal boven het theater. Let er op dat op de kaart van Collart/Ducrey het oudere hek wordt aangegeven en dat lag ongeveer 10 meter zuidelijker waardoor op die kaart een deel van de hierboven genoemde reliëfs zich  buiten het hek bevinden. De nummers CD026-140-158 zijn tussen de ingang en het theater, dus ook binnen het omheinde gebied.
Ik meld niet bij alle reliëfs de coördinaten, bijvoorbeeld wanneer enkele reliëfs zeer dicht bij elkaar zijn. De Garmin GPSmap 60CSx heeft een afwjking van twee tot drie meter, dus reliëfs die heel dicht bij elkaar zijn kunnen niet steeds onderscheiden worden. In het geval van CD112 bijvoorbeeld, een reliëf dat zich bevindt in de hoek van twee loodrecht op elkaar staande wanden, zijn de coördinaten van CD112 al voldoende om in deze volgorde op die wand de reliefs CD112, CD044, CD018, CD019, CD090, CD105 en CD40 tevinden. Deze wand ‘kijkt’ in zuidwestelijke richting (225˚ ). CD061 en andere reliëfs op de wand die daar loodrecht op staat kunnen eveneens gemakkelijk gevonden worden met behulp van de coördinaten van CD112. CD061 is direct links van CD112, maar op die andere wand.

CD001 bevindt zich op N 41˚ 01’ 124, O 24˚ 16’ 794.

CD002 bevindt zich op N 41˚ 00’ 864, O 24˚ 17’ 036.

CD003 is zoek.

CD004 is zoek.

CD005-P0169 bevindt zich op N 41˚ 01’ 055, O 24˚ 16’ 866.

CD006-P0189 bevindt zich op N 41˚ 00’ 862, O 24˚ 17’ 239.

CD007 en CD152 bevinden zich dichtbij de oude noordelijke muur van Filippi. Het is echter zeer steil daar en ik was niet in staat om daar te zoeken en om die te vinden.

CD008-P0174 bevindt zich 50 centimeter rechts van CD098 en iets hoger. Zie CD098 voor de coördinaten.

CD009 bevindt zich op N 41˚ 00’ 795, O 24˚ 17’ 179. CD131 is onmiddellijk links van CD009, maar iets hoger. De rechter bovenhoek van CD009 raakt bijna de hoek links onderaan van CD010. Nummer CD165 is 50 centimeter verder naar rechts.

CD010, zie CD009.

CD011 bevindt zich op N 41˚ 00’ 804, O 24˚ 17’ 178. CD055 is onmiddellijk rechts ervan, maar iets lager. CD012 bevindt zich rechts van CD055, maar iets hoger. De linker benedenhoek van CD012 raakt de rechterhoek boven van CD055. Zie de foto van CD011-055-012 in APPENDIX 2. CD094 en CD052 bevinden zich in deze volgorde op het rechterdeel van dit rotsblok.

CD012, zie bij CD011.

CD013 bevindt zich 50 centimeter rechts boven CD154 . Zie CD154.

CD014 bevindt zich op N 41˚ 00’ 804, O 24˚ 17’ 172.

CD015, bevindt zich op N 41˚ 00’ 807, O 24˚ 17’ 171. CD135 is links ervan en wat lager. CD016 is rechts van CD015 en iets lager.

CD016, zie CD015.

CD017, bevindt zich op N 41˚ 00’ 807, O 24˚ 17’ 178.

CD018, zie CD112 en zie de foto van CD112-044-018-019 in APPENDIX 2.

CD019, zie CD112 en zie de foto van CD112-044-018-019.

CD020-P0167 bevindt zich op het terras van het museum van Filippi (in 2024).

CD021 is zoek.

CD022 is zoek.

CD023 bevindt zich op N 41˚ 00’ 843, O 24˚ 17’ 119, onmiddellijk rechts van CD064, maar iets hoger.

CD024 bevindt zich op N 41˚ 00’ 806, O 24˚ 17’ 170.

CD025, bevindt zich op N 41˚ 00’ 811, O 24˚ 17’ 190. Dit reliëf kijkt in de richting van 235˚.

CD026, op dit stuk grond, zuidelijk van CD158, liggen veel stenen op elkaar. CD026 bevindt zich waarschijnlijk onder deze stenen. Hetzelfde geldt voor CD140.

CD027 is zoek.

CD028, links onder dit reliëf is een nis, nummer CD182. Zie daar voor de coördinaten.

CD029 bevindt zich links ‘om de hoek’ van CD093 en CD114. Zie CD114 voor de coördinaten. Zie ook mijn opmerking met betrekking tot het volgende reliëf, CD030.

CD030, onmiddellijk links van CD031. Zie CD031 voor de coördinaten. Let er op dat op de kaart van Collart/Ducrey CD030 en CD031 op de plaats van CD029, CD093 en CD114 zijn ingetekend. Omgekeerd bevinden deze laatste drie zich op die kaart op de plaats van CD030 en CD031. Zie de foto van CD030-031 in APPENDIX 2.

CD031 bevindt zich op N 41˚ 01’078, O 24˚ 16’ 785. CD030 is onmiddellijk links ervan. Zie mijn opmerking bij  CD030. En zie de foto van CD030-031.

CD032-P0168, CD130 bevinden zich op N 41˚ 01’104, O 24˚ 16’ 798. Zij kijken in de richting van 180˚ . CD164 bevindt zich op dezelfde steen, links om de hoek en ziet uit in de richting van 270˚ .

CD033, aan dezelfde kant als CD032, raakt de onderkant van CD032. Op dit moment (2023) is CD033 geheel verdwenen onder een laag aarde en daardoor niet meer zichtbaar.

CD034 bevindt zich op N 41˚ 01’ 107, O 24˚ 16’ 798. CD035 is rechts ervan en CD036 is nog iets verder rechts. Zie de foto van CD034-035-036 in APPENDIX 2.

CD035, rechts van CD034, iets hoger. Zie de foto van CD034-035-036 en zie CD034 voor de coördinaten.

CD036, rechts van CD035, iets lager. Zie de foto van CD034-035-036 en zie CD034 voor de coördinaten.

CD037 is zoek.

CD038 is zoek.

CD039 bevindt zich op N 41˚ 01’ 113, O 24˚ 16’ 796. CD058 bevindt zich ongeveer drie meter naar het noordwesten ervan.

CD040, de meest rechtse van een rij van zeven reliëfs. Zie CD112. CD017 bevindt zich meteen links om de hoek.

CD041, 65 centimeter links van CD048-133. Zie CD133 voor de coördinaten.

CD042, ongeveer 50 centimeter rechts van CD118 en iets hoger. Zie CD118 voor de coördinaten.

CD043 bevindt zich op N 41˚ 00’ 808, O 24˚ 17’187.

CD044, zie mijn opmerkingen bij CD112 en zie de foto van CD112-044-018-019.

CD045 is zoek.

CD046, CD047 beide rechts van de nis CD184, om de hoek op dezelfde steen. Zie CD184. Zie ook de foto van CD184-046-047 in APPENDIX 2.

CD047, onmiddellijk rechts van CD046. Zie de foto van CD184-046-047.

CD048, onmiddellijk links van CD133. Zie CD133 en zie de foto van  CD048-133. CD041 is 65 centimeter naar links.

CD049-P0181 bevindt zich op N 41˚ 00’ 821, O 24˚ 17’ 162. Links boven dit reliëf is inscriptie CD167 en inscriptie CD168 bevindt zich rechts van CD049.

CD050, CD123 bevindt zich op N 41˚ 00’ 818, O 24˚ 17’ 165. Het linker reliëf is CD050, het rechter is CD123.

CD051. CD106 bevindt zich  20 centimeter links ervan en iets lager. Zie CD106 voor de coördinaten.

CD052 bevindt zich op N 41˚ 00’ 804. O 24˚ 17’ 181. Zie CD011.

CD053 bevindt zich op N 41˚ 00’ 807, O 24˚ 17’ 169.

CD054 is zoek.

CD055, zie CD011. CD055 is iets lager, meteen rechts van CD011. Zie de foto van CD011-055-012.

CD056, CD115 bevinden zich op N 41˚ 00’ 821, O 24˚ 17’ 202.

CD057-132, links van CD164 en CD130. Deze laatste twee bevinden zich op een andere steen, rechts van CD057-132. CD057-132 kijkt in de richting van 190˚ . Zie CD130. En zie de foto van CD057-132 en CD164 in APPENDIX 2.

CD058 bevindt zich op N 41˚ 01’ 114, O 24˚ 16’ 759, ongeveer 3 meter noordwestelijk van CD039.

CD059 bevindt zich op N 41˚ 01’ 043, O 24˚ 16’ 873. CD042 en CD118 bevinden zich links ervan. Op 50 centimeter rechts van CD059 ligt CD096 op de grond. CD059 bevindt zich op een losliggende steen.

CD060 bevindt zich op N 41˚ 00’ 804, O 24˚ 17’ 141 . CD120 is meteen links ervan. Zie de foto van CD120-060.

CD061 bevindt zich op N 41˚ 00’ 806, O 24˚ 17’ 175. CD061 is het meest rechtse reliëf van een rij reliëfs met de nummers, van links naar rechts, CD095, CD062, CD137, CD116, CD108 en tenslotte CD061. Zie CD095. Zie ook de foto van CD061-112. CD112 is het meest linkse reliëf van een rij reliëfs op de wand loodrecht op de wand met CD061 enzovoort. Zie CD112 en zie de foto van CD061-112 in APPENDIX 2.

CD062 bevindt zich op N 41˚ 00’ 810, O 24˚ 17’ 171. Zie CD095.

CD063 bevindt zich op N 41˚ 00’ 823, O 24˚ 17’ 181. CD174, een nis, bevindt zich 17 centimeter links ervan en iets hoger.

CD064 bevindt zich op N 41˚ 00’ 843, O 24˚ 17’ 119. Het is meteen links van CD023, maar iets lager.

CD065 bevindt zich op N 41˚ 01’ 101, O 24˚ 16’ 793. CD119 is meteen links ervan.

CD066 is zoek.

CD067 bevindt zich op N 41˚ 00’ 839, O 24˚ 17’ 218.

CD068 bevindt zich op N 41˚ 00’ 815, O 24˚ 17’ 192.

CD069 bevindt zich op N 41˚ 00’ 806, O 24˚ 17’ 173. CD070 en CD071 bevinden zich op minder dan een meter rechts ervan.

CD070 bevindt zich minder dan een meter rechts van CD069. CD071 is meteen rechts van CD070. Zie de foto van CD070-071.

CD071, meteen rechts van CD070. Zie CD070 en CD069. Zie ook de foto van CD070-071.

CD072 bevindt zich op N 41˚ 00’ 819, O 24˚ 17’ 186.

CD073. CD103 bevindt zich rechts ervan. Zie CD103 voor de coördinaten en zie ook de foto van CD103-73.

CD074, zie CD145 en zie de foto van CD146-145-087-074.

CD075 bevindt zich op N 41˚ 00’ 834, O 24˚ 17’ 217.

CD076 is zoek.

CD077 bevindt zich op N 41˚ 00’ 843, O 24˚ 17’ 243.

CD078 bevindt zich op N 41˚ 00’ 856, O 24˚ 17’ 048.

CD079 is zoek.

CD080 kan gezien worden vanaf het pad bij de naamlijsten van mensen die op einge manier deel hebben aan de cultus van Silvanus. Dat geldt ook voor CD081 en CD082 rechts van CD080. Zonder hulpmiddelen kunnen we er echter niet dichtbij komen.

CD081, zie CD080.

CD082, zie CD080.

CD083 bevindt zich op N 41˚ 01’ 098, O 24˚ 16’ 796, een geïsoleerd staande steen.

CD084, zie de nis CD179 voor de coördinaten. En zie de foto van CD180-179-084.

CD085-P0183 bevindt zich op N 41˚ 00’ 819, O 24˚ 17’ 164.

CD086 bevindt zich op N 41˚ 00’ 808, O 24˚ 17’ 175.

CD087, zie CD145 voor de coördinaten. Zie ook de foto van CD146-145-087-074.

CD088 en CD089 moeten naast elkaar zijn, maar ik kon geen van beide vinden. Ze kunnen onder grond liggen of onder stenen. Veel stenen daar zijn zeer geërodeerd.

CD089, zie CD088.

CD090, zie CD112.

CD091 bevindt zich op N 41˚ 00’ 803, O 24˚ 17’ 172.

CD092 bevindt zich op N 41˚ 00’ 811, O 24˚ 17’ 181.

CD093, is links van CD114. Zie CD114 voor de coördinaten en zie mijn opmerking bij CD030.

CD094, bevindt zich op dezelfde steen als CD011. Zie CD011.

CD095, is erg moeilijk te onderscheiden, maar verder op diezelfde wand zijn CD062 en CD137 goed zichtbaar van links naar rechts, beide ongeveer 1 meter hoger dan de volgende twee reliëfs CD116 en CD108. CD061 bevindt zich geheel rechts op deze wand, maar weer wat hoger. Loodrecht op deze wand is een andere wand met reliëfs; zie CD112.

CD096-P0171 bevindt zich op N 41˚ 01’ 044, O 24˚ 16’ 873. Dit reliëf met inscriptie bevindt zich op de grond. CD059 is 50 centimeter links ervan.

CD097-P0170 bevindt zich op N 41˚ 01’ 045, O 24˚ 16’ 871.

CD098 bevindt zich op N 41˚ 00’ 863, O 24˚ 17’ 035. CD008 is 50 centimeter rechts ervan en wat hoger.

CD099 bevindt zich op N 41˚ 00’ 809, O 24˚ 17’ 181.

CD100 bevindt zich op N 41˚ 00’ 880, O 24˚ 17’ 239. Zie de foto van CD100.

CD101, zie CD106.

CD102, 70 centimeter links van CD126 en CD127. Zie de foto van CD102-128-126-127.

CD103 bevindt zich op N 41˚ 00’ 805, O 24˚ 17’ 180. CD073 is rechts van CD103.

CD104 moet zeer geërodeerd zijn, zoals we kunnen zien op de foto in de catalogus van Collart/Ducrey. Ik heb dit reliëf niet kunnen vinden.

CD105, zie CD112.

CD106 bevindt zich op N 41˚ 00’ 861, O 24˚ 17’ 036. 20 centimeter naar rechts is CD051. CD101 is nog 70 centimeter verder naar rechts maar 30 centimeter lager.

CD107 bevindt zich een halve meter links van CD109; zie CD109.

CD108, zie CD095.

CD109 bevindt zich op N 41˚ 00’ 802, O 24˚ 17’ 190. Een halve meter naar links is CD107.

CD110 bevindt zich op N 41˚ 00’ 806, O 24˚ 17’ 191.

CD111, 70 centimeter naar rechts vanaf CD127 en iets hoger.

CD112 bevindt zich op N 41˚ 00’ 811, O 24˚ 17’ 174. CD044 is op dezelfde wand (meteen naast CD112), en dan zien we verder van links naar rechts CD018, CD019, CD090, CD105, CD040). De reliëfs op deze wand kijken in de richting van 220˚ . CD017 bevindt zich minder dan 50 centimeter rechts van CD040, om de hoek. Zie de foto van CD112-044-018-019 in APPENDIX 2, en ook de foto van CD061-112.

CD113 bevindt zich op N 41˚ 00’ 806, O 24˚ 17’ 180.

CD114 bevindt zich op N 41˚ 01’ 074, O 24˚ 16’ 784. CD093 is links ernaast. CD029 is verder naar links, om de hoek. Zie mijn opmerkingen bij CD030.

CD115, CD056 bevinden zich op N 41˚ 00’ 821, O 24˚ 17’202.

CD116, zie CD095.

CD117 bevindt zich op N 41˚ 00’ 805, O 24˚ 17’ 176.

CD118 bevindt zich op N 41˚ 01’ 046, O 24˚ 16’ 871; ongeveer 50 centimeter naar rechts en wat hoger is CD042. Verder rechts is CD059.

CD119 bevindt zich op N 41˚ 01’ 101, O 24˚ 16’ 793. Onmiddellijk rechts ervan is CD065.

CD120, zie CD060 en zie de foto van of CD120-060 in APPENDIX 2,.

CD121 bevindt zich op N 41˚ 01’ 069, O 24˚ 16 792. Dit reliëf is in het gebied waar CD029, CD093, CD114 en CD030, CD031 zich bevinden. Maar deze reliëfs zijn verkeerd ingetekend op de kaart van Collart-Ducrey. Daardoor wordt het moeilijker om CD121 te vinden. Bovendien is CD121 zeer geërodeerd.

CD122 bevindt zich op N 41˚ 00’ 852, O 24˚ 17’ 049; ongeveer 5 meter zuidwestelijk is CD166.

CD123, CD050 bevinden zich op N 41˚ 00’ 818, O 24˚ 17’ 165. Zie CD050 .

CD124 is zoek.

CD125 bevindt zich op N 41˚ 00’ 856, O 24˚ 17’ 036. Een meter naar rechts en wat hoger is CD155.

CD126, meteen onder CD127. Zie CD127. Zie de foto van CD102-128-126-127 in APPENDIX 2..

CD127 bevindt zich op N 41˚ 00’ 807, O 24˚ 17’ 196, meteen boven CD126. Zie de foto CD102-128-126-127.

CD128 bevindt zich 50 centimerer links van CD127. Zie de foto van CD102-126-127-128. Zie CD127 voor de coördinaten.

CD129 bevindt zich op N 41˚ 00’ 801, O 24˚ 17’ 188.

CD130, links boven CD032, bevindt zich op N 41˚ 01’104, O 24˚ 16’ 798. CD164 bevindt zich op dezelfde steen, links om de hoek.

CD131, zie CD009.

CD132, zie CD057.

CD133 bevindt zich op N 41˚ 01’ 080, O 24˚ 16’ 797. CD048 is meteen links ervan. Zie de foto van CD048-133. CD041 is 65 centimeter naar links.

CD134 bevindt zich op N 41˚ 00’ 804, O 24˚ 17’ 193. De nis CD176 bevindt zich 1,5 meter naar links.

CD135-P0184, CD015, CD016, bevinden zich N 41˚ 00’ 807, O 24˚ 17’ 171. CD135 is het linker reliëf, CD015 is in het midden en CD016 is rechts. Zie de foto van CD135-015-016.

CD136 bevindt zich op N 41˚ 00 821, O 24˚ 17’ 192.

CD137, zie CD095.

CD138 bevindt zich op N 41˚ 01’ 132, O 24˚ 16’ 801.

CD139 bevindt zich op N 41˚ 00’ 837, O 24˚ 17’ 211.

CD140-P0186, er liggen veel stenen in dit gebied, zuidelijk van CD158. CD140 ligt vermoedelijk ergens onder die stenen. Hetzelfde geldt voor CD026.

CD141-P0177 bevindt zich op N 41˚ 00’ 789, O 24˚ 17’ 136.

CD142-P0178 bevindt zich op N 41˚ 00’ 818, O 24˚ 17’ 160.

CD143 is te zien vanaf de zuidmuur van het ‘heiligdom met de nissen’ aan de voet van de akropolis, maar is tamelijk ver weg. Dat gebied is niet bereikbaar en het reliëf is enkele meters boven de grond. Ik gebruikte de zoomfunctie om een foto van CD143 te kunnen maken.

CD144 bevindt zich op N 41˚ 01’ 132, O 24˚ 16’ 803.

CD145 bevindt zich op N 41˚ 00’ 828, O 24˚ 17’ 065. Onmiddellijk links ervan is CD146. Op dezelfde wand, maar hoger zijn in deze volgorde de reliëfs CD087 en CD074. Zie de foto van CD146-145-087-074. CD146 is het meest linkse reliëf.

CD146, zie CD145. Slechts de helft van CD146 is bewaard gebleven.

CD147 is links van CD148, maar op een andere steen. Zie CD148.

CD148 bevindt zich op N 41˚ 00’ 868, O 24˚ 17’. Onmiddellijk rechts ervan  CD149. Links van CD148 , maar op een andere steen is CD147.

CD149-P0173, onmiddellijk rechts van CD148, maar er valt nauwelijks nog iets te zien. Het grootste deel is met grond bedekt.

CD150 bevindt zich op N 41˚ 00’ 867, O 24˚ 17’ 035, rechts van CD149.

CD151, bevindt zich op N 41˚ 01’ 130, O 24˚ 16’ 798.

CD152 en CD007 bevinden zich dichtbij de oude noordmuur van Filippi. Het is tamelijk steil daar en ik was niet in staat daar te zoeken.

CD153-P0187, anderhalve meter links boven de nis CD173. Zie CD173 voor de coördinaten. Op de foto van CD153-173-170 kunnen we het hoofd van een man zien. Rechtsboven hiervan zien we een inscriptie: CD170-P188.

CD154 bevindt zich op N 41˚ 00’ 856, O 24˚ 17’ 043, 50 centimeter rechts van CD013 en iets hoger.

CD155, 1 meter rechts van CD125 en een halve meter hoger; zie CD125. 4 meter rechts ervan en 3 meter hoger CD154.

CD156 en CD157 zijn nogal hoog en daar is doornig struikgewas. Ik heb die niet kunnen vinden.

CD157 zie CD156.

CD158 bevindt zich op N 41˚ 00’ 823, O 24˚ 17’ 237.

CD159 bevindt zich dichtbij het Museum van Filippi, pal boven het nieuwe hek.

CD160 en CD161 zijn dichtbij elkaar. Ik heb die twee niet kunnen vinden. Zij bevinden zich tamelijk hoog.

CD161, zie CD160.

CD162 bevindt zich op N 41˚ 00’ 884, O 24˚ 17’ 028.

CD163, geen gegevens. De opmerking in Collart/Ducrey ‘on a rock above Basilica B’ moet onjuist zijn. Vermoedelijk is bedoeld ‘boven Basilica A’. Ik heb het niet gevonden.

CD164, onmiddellijk links van CD130. CD164 ziet in de richting van 270˚ .

CD165, een onafgemaakt reliëf. Zie CD009.

CD166-P0175 bevindt zich op N 41˚ 00’ 849, O 24˚ 17’ 049, ongeveer 5 meter zuidwest van CD122, en 3 meter lager.

CD167-P0179, links  boven CD049. Zie CD049.

CD168-P0182, rechts van CD049. Zie CD049.

CD169-P0180, anderhalve meter boven CD168 en iets naar rechts.

CD170-P0188, deze inscriptie bevindt zich rechts boven de nis CD173. Zie ook CD153 en zie de foto van CD153-173-170 in APPENDIX 2.

CD171-P0185, bevindt zich op N 41˚ 00’ 808, O 24˚ 17’186.

CD172-P0176, is vanaf CD146 niet meer te bereiken. Het is weliswaar niet ver van CD146, maar het nieuwe hek (2022-2023) maakt het onmogelijk om er te komen.

CD173 bevindt zich op N 41˚ 00’ 846, O 24˚ 17’ 239. Rechts ervan en erboven is CD170 en anderhalve meter erboven en meer naar links is CD153. Zie de foto van CD153-173-170.

CD174, zie CD063.

CD175 bevindt zich op N 41˚ 00’ 823, O 24˚ 17’ 188.

CD176, zie CD134.

CD177 bevindt zich op N 41˚ 00’ 802, O 24˚ 17’ 191. Anderhalve meter hoger en iets naar rechts is CD178.

CD178, zie CD177. CD178 is anderhalve meter lager en iets naar links.

CD179 bevindt zich op N 41˚ 00’ 810, O 24˚ 17’ 180. De rechter benedenhoek raakt de linker bovenhoek van CD084. 75 centimeter links van CD179 is nog een nis: CD180. Zie de foto van CD180-179-084.

CD180, 75 centimeter links van CD179. Zie de foto van CD180-179-084.

CD181 bevindt zich op N 41˚ 00’ 817, O 24˚ 17’ 156.

CD182 bevindt zich op N 41˚ 00’ 808, O 24˚ 17’ 186. Zie ook CD028.

CD183 bevindt zich op N 41˚ 00’ 839, O 24˚ 17’ 050.

CD184 bevindt zich op N 41˚ 01’ 082, O 24˚ 16’ 797. Deze nis kijkt uit in de richting van 240˚. Rechts om de hoek, maar iets lager, zien we CD046 en CD047 die uitzien in de richting van 210˚ . Zie de foto van CD184-046-047.

CD185 moet zich bevinden dichtbij een topografische zuil niet ver van de top van de akropolis. Die topografische zuil is gemakkelijk te vinden, maar het reliëf kon ik niet vinden.

CD186 en CD187, twee tekeningen, zouden op de top van de akropolis moeten zijn, maar het vlakke deel daar  is zeer geërodeerd, er zijn veel graffiti en er is veel beschadigd met gereedschappen. De twee tekeningen die er zouden moet zijn, zijn vermoedelijk niet bewaard gebleven. Deze twee tekeningen zijn veel ouder dan de reliëfs die we hierboven genoemd hebben. Zij zijn niet relevant voor de studie van de religies in Filippi in de eeuwen na het begin van onze jaartelling.

CD187, zie CD186.

 

KKI bevindt zich op N 41˚ 00’ 802, O 24˚ 17’205.

KKII bevindt zich op N 41˚ 00’ 799, O 24˚ 17’ 202.

KKIII bevindt zich op N 41˚ 00’797, O 24˚ 17’ 181. Zie de foto van KKIII.

KKIV bevindt zich op dezelfde steen als KKIII, rechts ervan en iets hoger.

KKV is 2,4 meter rechts van KKIII.

KKVI bevindt zich op N 41˚ 00’ 803, O 24˚ 17’ 185.

 

APPENDIX 2: FOTO'S VAN SOMMIGE RELIËFS 

image001

CD011-055-012

 

image002

CD030-031

 

image003

CD034-035-036

 

image004

CD048-133

 

image005

CD057-132-164

 

image006

CD061-112

 

image007

CD070-071

 

image008

CD100

 

image009

CD102-128-126-127

 

image010

CD103-73

 

image011

CD112-044-018-019

 

image012

CD120-060

 

image013

CD135-015-016

 

image014

CD143

 

image015

CD146-145-087-074

 

image016

CD153-173-170

 

image017

CD180-179-084

 

image018

CD184-046-047

 

image019

KKIII